dinsdag 19 augustus 2014

Tweede verhaal: Erna

De tweede vrouw die ik mocht interviewen voor de BVS Moego heet Erna.
Via via kwam ik contact met haar man, hij wist veel te vertellen over de marroncultuur. Toen ik met hem bij hun thuis in gesprek ging zag ik Erna voor het eerst. Ze gaf me verlegen een hand en ging verder met de huishouding terwijl ik met haar man in gesprek was. Die eerste keer heb ik niet met Erna gesproken, maar iets in me zei me dat zij degene was die ik moest interviewen.

De tweede keer dat ik bij hun thuis kwam was samen met Zina fotografe Cigdem om foto’s te maken voor bij een artikel in de Surinaamse krant.
Het was een zaterdagmiddag, de kinderen waren thuis en liepen van hot naar her door het beeld, wat mooie foto’s opleverde. Ik wilde haar die middag ook interviewen, maar ik merkte dat het te druk was in huis dus vroeg of ik op een andere dag terug mocht komen.
Dat mocht, Erna bleef wel zeggen dat haar man er bij kon zijn, want hij wist zoveel en praatte beter Nederlands dan haar. Ik zei haar dat zij alleen helemaal goed was en dat ik zeker wist dat ze me genoeg moois te vertellen had.
De dag van het interview brak aan en bij elke vraag die ik stelde werd het antwoord langer en de verhalen gedetailleerder.

"Ken je die banden van die fiets, die frame..
die ijzeren stuk waar die spaak zit?
Mijn broertje was daar mee aan het spelen, met een stok, dat wiel laten rijden, als spelletje.
Achter ons kamp was een straatje, er reden auto’s daar.
Van die pick-ups, mensen reden naar hun kostgrondje.
Het wiel ging de straat op, mijn broertje er achteraan, hij zag die auto niet, de auto zag hem niet."

Daarna kwam het proces van inkorten en aanpassen. Van 30 pagina’s naar 3. Nazmiye Oral schreef een prachtige eerste versie, maar we kwamen erachter dat we wat details misten dus ben ik nog een keer terug gegaan naar Erna voor een tweede interview.
Als interviewer heb ik van Erna en het maken van dit verhaal veel geleerd. Soms geeft iemand een kort antwoord of zegt iets niet meer te herinneren, maar als je echt doorvraagt en iemand vraagt om je  mee te nemen in een herinnering komen details die mensen dachten te zijn vergeten weer naar boven.
Zoals de kleur van een voordeur, de geur van een plant of in Erna’s geval de smaak van het onderste gedeelte uit de pan van de zelf verbouwde en gekookte rijst, Kio Alesie. Deze schraapte ze uit de pan en at het op, het was haar lievelings. Toen ik haar vroeg de smaak te beschrijven omschreef ze het als warme zoete melk.

Met de details toegevoegd aan de eerste versie ging ik weer in de tram naar Zuid-Oost om het verhaal met Erna door te lezen.
Ze vond het erg spannend om het hardop te lezen en na veel gegiechel en handen die ze voor haar ogen sloeg, begon ze dan toch. Rechtop in haar bank, een kind voor de televisie, een man achter de computer, nog 2 kinderen die op en neer liepen van slaapkamer naar badkamer en daar zat Erna, hardop en ongestoord haar verhaal te lezen. Soms stotterde ze, veranderde we een woordje of vloeide er een traan. Bij Erna over haar wang en bij mij van binnen, ik word keer op keer geraakt door haar ingetogenheid, haar eerste neiging om zichzelf te verstoppen en te verontschuldigen en dan toch de keuze te maken om er vol voor te gaan.

Ik was al bang dat het verhaal te lang was en na het oefenen was het een feit er moest zeker 2 bladzijden uit het verhaal. En ik had het nog wel langzaam zelf opgelezen. Surinamers hebben echt een andere manier van voorlezen, ze nemen hun tijd, elk woord krijgt de aandacht en nadruk die het verdiend. Nog een spoedoverleg met Nazmiye om wat darlings te killen en de dag daarna de studio in.

Met de metro naar Zuid-Oost Erna opgehaald en samen met de metro naar Nieuw-West, om op broedplaats de Vlugt de studio in te gaan. Nazmiye was er die dag bij om Erna te coachen tijdens de opnamen. 
De blik op Erna’s gezicht toen ze de studio zag was onbeschrijfelijk. ‘moet ik in dat hokje’?
De geluidsman stelde haar erg op haar gemak en Naz en ik hebben buiten met  haar de tekst doorgenomen om het van 'stand voorlezen’ naar 'stand vertellen’ te krijgen.
Nazmiye ging bij haar het opnamehok in zodat Erna iemand had om het tegen te vertellen in plaats van alleen een microfoon. 
De dames pakten hun leesbril erbij en een paar uren later stond het verhaal erop.









"Ik ben een marronvrouw.
Ik ben van Baka Kroppie naar Moengo, naar Frans Guyana, naar Paramaribo naar Amsterdam gegaan.
Een marronvrouw moet de dingen die je ouders je hebben geleerd, eigenlijk niet achter laten.
Hier in Nederland kan ik mijn dingen niet doen, maar ik vergeet het niet.
Als je nu een kostgrondje voor me openkapt en zegt Erna, kijk hier, dit is voor jouw, kostgrondje, plant het.
Ik plant alles, ik weet er alles van.
Als je zegt ‘plant nappie’, ik plant het, ik hoef niemand te vragen hoe ik dat moet doen.
Of zoete patat of hoe ik moet oogsten, ik weet alles."

Erna, ontmoet in Zuid-Oost, haar verhaal opgenomen in Nieuw-West en meegenomen naar de rode aarde van Moengo, haar geboortegrond. 

Deze week heb ik een aantal interviews staan op Moengo en dan kan het grote schrijven gaan beginnen.

1 opmerking: