dinsdag 30 september 2014

Hoezo het kan niet?

Als er 1 ding is wat ik heb geleerd tijdens dit project dan is het wel creatief omgaan met alles waarvan je denkt dat het niet kan. Het kan namelijk altijd, misschien niet op de manier waarop je het had bedacht, maar dan kan het wel weer anders. Na alle interviews te hebben afgenomen, de verhalen te hebben geschreven, de aanpassingen van Nazmiye en Titus te hebben doorgevoerd brak dan eindelijk het moment van de opnames aan.
Ik dacht alles goed geregeld te hebben door 'de enige geluiddichte ruimte van Moengo' te hebben gereserveerd. Het plaatselijk radiostation BOB. Samen met Guno, die mij zou helpen met de opnames en editing gingen we naar BOB voor een testopname. De mic was goed, de ruimte ook, alleen stond de mic en de computer met editprogramma in 1 ruimte, dus een enorme ruis van de computer op de mic. Andere ruimtes waren ook geen optie, want in het hele gebouwtje bleek een zoem aanwezig van een soort radio ontvanger. Een week voor het festival, geen geld en tijd meer om naar de stad te gaan met alle mensen, PANIEK!! Spoedconsult met mijn technische edit-vriendje in Paramaribo en plan B was snel gemaakt.

Opnemen in een auto, zonder airco aan, met de deuren dicht op een plek zonder blaffende honden, kraaiende hanen en schreeuwende kinderen. Lijkt makkelijk, maar voor zo'n plek op Moengo moet je wel even rijden. De volgende dag stond het eerste verhaal erop! De kwaliteit is natuurlijk niet zo goed als een studio, maar voor de situatie was dit echt de beste optie.
Met drie mensen opnemen in een dichte auto in een tropisch land met een gemiddelde temperatuur van zo'n 33 graden was een uitdaging. Na elke paar zinnen gooiden we de deuren open om adem te halen en dan hup deuren dicht en door. Met een beetje pech kwamen er ook wat vliegen of muskieten mee naar binnen die vervolgens enthousiast om de microfoon heen zoemden. Weer deuren open, vliegen wegjagen en opnieuw. Op onze locatie achter het landhuis 'Casa Blanca', kwam de beveilingsdame weer polshoogte nemen die eerder Marcel ook al had gewaarschuwd toen ik in de open lucht iemands handen masseerde.
Nu zat ik ineens 1,5 uur met 2 mannen en gesloten deuren in een auto.
Ik heb mezelf wel echt populair gemaakt...
Hieronder Meneer Bajesie die gelukkig niet afhaakt bij een beetje hitte, als een echte krijger knalde hij zijn verhaal erop.


Voor Mevrouw Marie was de opname zo gepiept. Ik heb alleen het Nederlandse versje opgenomen wat ze van haar lagere schooltijd nog op wist te dreunen.      De rest van het verhaal is ingesproken door haar dochter Abessa. Vooral de 'cavia' zorgde voor grote hilariteit.









Na het opnemen van de verhalen kwam de laatste fase, het editten. Zo, heb ik dat even een potje onderschat! De jongen die me in eerste instantie zou helpen met editten vond het wel erg veel tijd kosten naast zijn reguliere baan, dus ben ik zelf maar begonnen. Programma gedownload en knippen en plakken maar. Toen kwam ik erachter dat niet alle bestanden kwalitatief even goed waren en dat ik van een heleboel knopjes toch echt niet wist wat ze deden, pleegde ik maar weer een telefoontje naar mijn technische edit-vriendje in Paramaribo. Met een trillende stem en een deadline op mijn hielen perste ik een voorzichtige 'help' in de hoorn en gelukkig schoot mijn technische edit-vriendje mij te hulp en kwam naar Moengo. Samen met hem nog twee verhalen opgenomen en ons in de editfase gestort. Ik maakt de ruwe edits, hij schoonde ze op. Zo'n 'opschoonsessie', duurt gemiddeld 6 uur, dat keer 5 verhalen, reken maar uit, veel nachten, weinig slaap, vierkante oogjes, veel muggenbulten.
Hieronder een impressie van onze 'editstudio', tijdens een nachtelijke editmarathon. De één editten, de ander slapen, de één maakt de ander wakker, de ander gaat door met editten en de één mag even slapen, en dan weer andersom.
















Op de valreep vlak voor het festival alle verhalen af en op de roze Mp3 spelers. Wat een race tegen de klok, maar wat ben ik blij en dankbaar dat het is gelukt. Het meest dankbaar ben ik voor het geduld en het doorzettingsvermogen van de insprekers en mijn opname en edit-vriendjes.
Bajesie, Tresna, Jolanda, Marie, Abessa, Sonnyboy, Mayentha, Guno en Idi, bedankt voor jullie zweet! De tranen heb ik gecoverd en het bloed, dat was voor de rekening van de kapotgemepte muskieten! Lekker voor ze!

woensdag 3 september 2014

Iets met bomen en wortels

"Speelt de marroncultuur nog een rol in jouw leven en hoe geef je dit door aan je kinderen?"

Zes marrons, zes invalshoeken, zes manieren om je afkomst onderdeel van je leven te laten zijn. Hoe hou je contact met je afkomst:
-Als commercials op de Surinaamse televisie je vertellen dat slapen in een hangmat slecht is voor je rug en een Sierra matras de oplossing is?
-Als een pastor in een van de 20 kerken van Moengo je verteld dat de rituelen die jij als kind hebt geleerd afgodisch zijn?
-Als je als jongere die verder wil leren dan de Mulo je je geboortegrond moet verlaten?

Ik heb hier op Moengo verschillende mensen gesproken. Vier mensen heb ik bereid gevonden om hun verhaal met me te delen. Bij alle vier kwam het volgende naar voren:
Van buitenaf horen dat je cultuur niet goed is. 


"In de stad kwam ik erachter dat ik een marron ben. In de klas als je een som niet kon maken zeiden ze ‘je bent zo dom als een Ndjuka’, ‘zo dom als een marron’. Dat zeiden ze niet alleen tegen marrons, het was gewoon een uitdrukking. Toen realiseerde ik me; heej, ik ben, ik ben anders, ik wordt als iets anders gezien. -Marcel, 43 jaar- 

De trots om van zo'n sterke groep af te stammen: 



"Op school krijg je wel te horen dat de marron anders zijn. Ze gingen weg, wilden zelfstandig worden. Ze bepalen dat ze niet onder dwang kunnen leven dus vandaar dat ze weggevlucht zijn. En ik lijk daarop. Ik kan niet onder dwang."  
-Mayentha, 19 jaar-

De strijd om wat van jou is niet af te staan:



"Ik zie dat veel Aukaners hun cultuur verwaarlozen. De Europese leert ons dat onze cultuur afgodisch is. Die blanken hebben geld dus mensen geloven dat. Ze willen dat wij, als nakomelingen van die slaven, onze cultuur moet verwaarlozen om die van hun te gaan accepteren. Dat ga ik niet kunnen doen, dat doe ik niet." -Bajesie, 70 jaar-

Van de week sprak ik Meneer Bajesie Andreas Pinas. Bajesie is zijn Aukaanse naam en betekend; 'Zie je?', zijn vader gaf hem als laatste zoon deze naam. Hij wilde zijn trots laten blijken door via deze naam aan iedereen te zeggen 'zie je? ik heb gewoon nog een zoon gemaakt'. Toen Bajesie 6 jaar oud was werd hij gedoopt en kreeg de naam Andreas. 'Vele mensen hier gebruiken liever hun Nederlandse naam. Ze vinden dat het dan lijkt of ze beter zijn, of het beter overkomt. Beschaafder.' 

Bajesie vertelde me over de betekenis van het woord 'Bakra'. Bakra wordt gebruikt voor 'blanke', dus voor mij. Het woord is ontstaan tijdens de slavernij. 'Ba' staat voor 'groots' of 'meneer', 'kra' voor geest. Vroeger werd het gebruikt tegenover blanken om hen als meerdere aan te duiden, als 'grotere geest'. Ik had sowieso al een hekel aan die term, ook omdat het soms als scheldwoord wordt gebruik, maar na de uitleg van meneer Bajesie begrijp ik nog beter waar mijn probleem met het woord. Ik hou er niet van om zo genoemd te worden, ik wordt niet aangesproken als mens, maar als kleur.


Ik besef me heel goed dat mensen met een donkere huidskleur die in een blanke omgeving wonen hier dagelijks mee te maken krijgen en ik dit nu in een zeer verdunde vorm zelf ervaar. Voor mij als maker vind ik het interessant om te ervaren hoe het is om 'de ander' te zijn. Als mens vind ik het heftig, ik voel het in mijn buik, in mijn borst en in mijn keel.

Ik zat tegenover Meneer Bajesie. Ndyuka tegenover Bakra. Zwart tegenover wit. Donker tegenover blank. Mens tegenover mens. We spraken open over welke gevoelens onze gedeelde geschiedenis bij ons oproept. Een waardevol moment op een zondagavond op een bank onder een TL lamp op Moengo. Ik kan er soms met mijn hoofd niet bij dat ik in de jungle van Zuid-Amerika tegenover een man kan zitten met een cultuur ooit meegenomen uit West-Afrika die hij me in het Nederlands uitlegt. Het voelt niet goed, het voelt echt niet goed. We zijn zo met elkaar verbonden, Nederland en Suriname. Waarom leer ik dit nu pas? Nu ik 29 ben en er zelf naar ben gaan zoeken? Waarom stond dit niet in de geschiedenisboeken?

Meneer Bajesie leeft voornamelijk in het bos, dat is zijn cultuur, zijn geloof. Volgens Bajesie kan een boom niet stevig staan zonder zijn wortels, een mens ook niet. Er staan veel bomen in het bos, 1 daarvan is de Kankantrie.

"In het bos heeft die Kankantrie ons beschermd. Het is een woudreus, met grote sporen, heel grote sporen. Als het onweert, dondert, grote regen, dan gaan die weggelopen slaven in die spoor schuilen, met palmbladeren erover. De Kankantrie, een schuilplaats." -Bajesie-