woensdag 3 september 2014

Iets met bomen en wortels

"Speelt de marroncultuur nog een rol in jouw leven en hoe geef je dit door aan je kinderen?"

Zes marrons, zes invalshoeken, zes manieren om je afkomst onderdeel van je leven te laten zijn. Hoe hou je contact met je afkomst:
-Als commercials op de Surinaamse televisie je vertellen dat slapen in een hangmat slecht is voor je rug en een Sierra matras de oplossing is?
-Als een pastor in een van de 20 kerken van Moengo je verteld dat de rituelen die jij als kind hebt geleerd afgodisch zijn?
-Als je als jongere die verder wil leren dan de Mulo je je geboortegrond moet verlaten?

Ik heb hier op Moengo verschillende mensen gesproken. Vier mensen heb ik bereid gevonden om hun verhaal met me te delen. Bij alle vier kwam het volgende naar voren:
Van buitenaf horen dat je cultuur niet goed is. 


"In de stad kwam ik erachter dat ik een marron ben. In de klas als je een som niet kon maken zeiden ze ‘je bent zo dom als een Ndjuka’, ‘zo dom als een marron’. Dat zeiden ze niet alleen tegen marrons, het was gewoon een uitdrukking. Toen realiseerde ik me; heej, ik ben, ik ben anders, ik wordt als iets anders gezien. -Marcel, 43 jaar- 

De trots om van zo'n sterke groep af te stammen: 



"Op school krijg je wel te horen dat de marron anders zijn. Ze gingen weg, wilden zelfstandig worden. Ze bepalen dat ze niet onder dwang kunnen leven dus vandaar dat ze weggevlucht zijn. En ik lijk daarop. Ik kan niet onder dwang."  
-Mayentha, 19 jaar-

De strijd om wat van jou is niet af te staan:



"Ik zie dat veel Aukaners hun cultuur verwaarlozen. De Europese leert ons dat onze cultuur afgodisch is. Die blanken hebben geld dus mensen geloven dat. Ze willen dat wij, als nakomelingen van die slaven, onze cultuur moet verwaarlozen om die van hun te gaan accepteren. Dat ga ik niet kunnen doen, dat doe ik niet." -Bajesie, 70 jaar-

Van de week sprak ik Meneer Bajesie Andreas Pinas. Bajesie is zijn Aukaanse naam en betekend; 'Zie je?', zijn vader gaf hem als laatste zoon deze naam. Hij wilde zijn trots laten blijken door via deze naam aan iedereen te zeggen 'zie je? ik heb gewoon nog een zoon gemaakt'. Toen Bajesie 6 jaar oud was werd hij gedoopt en kreeg de naam Andreas. 'Vele mensen hier gebruiken liever hun Nederlandse naam. Ze vinden dat het dan lijkt of ze beter zijn, of het beter overkomt. Beschaafder.' 

Bajesie vertelde me over de betekenis van het woord 'Bakra'. Bakra wordt gebruikt voor 'blanke', dus voor mij. Het woord is ontstaan tijdens de slavernij. 'Ba' staat voor 'groots' of 'meneer', 'kra' voor geest. Vroeger werd het gebruikt tegenover blanken om hen als meerdere aan te duiden, als 'grotere geest'. Ik had sowieso al een hekel aan die term, ook omdat het soms als scheldwoord wordt gebruik, maar na de uitleg van meneer Bajesie begrijp ik nog beter waar mijn probleem met het woord. Ik hou er niet van om zo genoemd te worden, ik wordt niet aangesproken als mens, maar als kleur.


Ik besef me heel goed dat mensen met een donkere huidskleur die in een blanke omgeving wonen hier dagelijks mee te maken krijgen en ik dit nu in een zeer verdunde vorm zelf ervaar. Voor mij als maker vind ik het interessant om te ervaren hoe het is om 'de ander' te zijn. Als mens vind ik het heftig, ik voel het in mijn buik, in mijn borst en in mijn keel.

Ik zat tegenover Meneer Bajesie. Ndyuka tegenover Bakra. Zwart tegenover wit. Donker tegenover blank. Mens tegenover mens. We spraken open over welke gevoelens onze gedeelde geschiedenis bij ons oproept. Een waardevol moment op een zondagavond op een bank onder een TL lamp op Moengo. Ik kan er soms met mijn hoofd niet bij dat ik in de jungle van Zuid-Amerika tegenover een man kan zitten met een cultuur ooit meegenomen uit West-Afrika die hij me in het Nederlands uitlegt. Het voelt niet goed, het voelt echt niet goed. We zijn zo met elkaar verbonden, Nederland en Suriname. Waarom leer ik dit nu pas? Nu ik 29 ben en er zelf naar ben gaan zoeken? Waarom stond dit niet in de geschiedenisboeken?

Meneer Bajesie leeft voornamelijk in het bos, dat is zijn cultuur, zijn geloof. Volgens Bajesie kan een boom niet stevig staan zonder zijn wortels, een mens ook niet. Er staan veel bomen in het bos, 1 daarvan is de Kankantrie.

"In het bos heeft die Kankantrie ons beschermd. Het is een woudreus, met grote sporen, heel grote sporen. Als het onweert, dondert, grote regen, dan gaan die weggelopen slaven in die spoor schuilen, met palmbladeren erover. De Kankantrie, een schuilplaats." -Bajesie-







2 opmerkingen:

  1. Wat een mooie verhalen..ik krijg er kippenvel van.
    Veel herkenning- punten, er is altijd een oplossing misschien niet als afgesproken maar
    er is een oplossing, mooi.
    Ndjuka vs Bakra, ik voel het Shoof, ik voel je!

    Wens.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oepsie..Ndyuka op z'n egoïstisch, fonetisch Nederlands getypt, FOEI!!

    Wens.

    BeantwoordenVerwijderen